Roofmijten tegen bloedluis

Bloedluis bestrijden: roofmijten tegen bloedluis

Bloedluizen (bloedmijten) kunnen een enorme plaag veroorzaken bij kippen, duiven, kanaries, parkieten en andere sier- en zangvogels. Heb je last van bloedluis bij je dieren of wil je voorkomen dat dit gebeurt? Dan is het gebruik van roofmijten tegen bloedluis de ideale biologische en gifvrije oplossing. 

Dit ontvang je:

• Hypoaspis miles roofmijten in een verpakking met eitjes, jonge en volwassen roofmijten en strooimateriaal
• Bijsluiter met instructies voor gebruik

Veelgestelde vragen

Klik op de vraag om direct naar het antwoord te gaan

Hoe werken roofmijten tegen bloedluis?

Hoeveel roofmijten heb ik nodig?

Wanneer moet ik de roofmijten uitzetten?

Wat zijn de optimale omstandigheden voor Hypoaspis miles roofmijten?

Zitten er nadelen aan het gebruik van roofmijten tegen bloedluis?

Hoe zet ik de roofmijten uit in het kippenhok?

Stappenplan voor het bestrijden van bloedluis

Roofmijten tegen bloedluis: tips

Hoe werken roofmijten tegen bloedluis?

De Hypoaspis miles roofmijt (ook wel bekend onder de naam Straetiolaps scimius) is werkzaam als biologische bestrijder van bloedluis. De roofmijt zoekt bloedluizen op in de kleinste hoeken en gaten en is een felle bestrijder. 

Hypoaspis miles roofmijten richten zich op een breed scala aan insecten. De roofmijt wordt veel toegepast in de tuinbouw maar is ook bruikbaar als natuurlijk vijand van de bloedmijt (bloedluis). De Hypoaspis miles is een lichtbruin-beige roofmijt en ca. 0,8 - 1 mm groot. Deze roofmijt komt in grote delen van Europa van nature voor en is een bodemroofmijt. Dit betekent dat hij leeft in de bovenste grondlaag, tot ongeveer 4 cm diep. Roofmijten voelen zich thuis in vochtige grond en kunnen zich snel door en over de bodem bewegen. 

Jonge roofmijt nimfen zijn direct nadat ze uit het eitje zijn gekomen al felle roofdieren. 

Een volwassen Hypoaspis roofmijt leeft gemiddeld 6 weken en is actief bij temperaturen van 10 tot 30° C. Bij hogere of lagere temperaturen zal deze roofmijt minder actief zijn of in ruststand gaan. Een populatie van deze roofmijt bestaat uit zowel mannetjes als vrouwtjes. Als er voldoende te eten is, leggen de vrouwtjes veelvuldig eitjes. Deze komen binnen 2-3 dagen uit en de jonge Hypoaspis nimfen zijn geboren. De nimfen ontwikkelen zich in ongeveer 5 tot 6 dagen tot een volwassen roofmijt. De jonge nimfen zijn direct na hun geboorte felle roofdieren die eieren en kleine larven van de bloedluis consumeren. Een volwassen Hypoaspis miles roofmijt kan tot 5 prooien per dag consumeren.

Hoeveel roofmijten heb ik nodig?

Reken per dier ongeveer 150 tot 250 roofmijten per dier. De benodigde hoeveelheid is afhankelijk van de grootte van het hok en de hoeveelheid dieren. Het meest effectief zijn de roofmijten bij een preventieve inzet of als je de eerste tekenen van een plaag ziet. Onder de juiste omstandigheden kan de roofmijtpopulatie goed vermenigvuldigen en de bloedluizen bestrijden. 

Wanneer moet ik roofmijten uitzetten?

Het meest ideaal is om de roofmijten in het voorjaar in te zetten. De roofmijten werken namelijk het best tegen bloedluizen als de populatie nog niet te groot is. De bloedluis plant zich buitengewoon snel voort in de zomer. Bij warm weer kunnen aanwezige bloedluizen zich in 1-2 weken 10 tot 100 keer vermeerderen. Als de plaag zo woekert, wordt het voor de roofmijten een erg moeilijke klus om dit tegen te gaan. Zet de roofmijten daarom in vanaf het moment dat de temperatuur rond de 12 tot 15º C is. Dan ben je er op tijd bij en kan je een rem op de groei van de bloedluizen zetten. 

Is toch al sprake van een plaag? Zet ook dan zo snel mogelijk roofmijten in en kies voor een iets hogere dosis. Zo kan je verdere groei en infectie met bloedluizen beperken. Zoek je meer middelen tegen bloedluis? Bekijk ook het bloedluis totaalpakket. 

Wat zijn de optimale omstandigheden voor Hypoaspis miles roofmijten?

Hypoaspis miles roofmijten zijn actief vanaf 12º C, maar de Hypoaspis gedijt het beste bij hoge temperaturen van 20 tot 30 º C en een luchtvochtigheid van 70%. Bij deze omstandigheden zal de roofmijt zich veelvuldig vermenigvuldigen en de bloedluis het best bestrijden.

Een volwassen Hypoaspis roofmijt leeft gemiddeld 6 weken. Bij een temperatuur onder de 10º C en boven 30º C zal de roofmijt minder actief zijn of in ruststand gaan.

Zitten er nadelen aan het gebruik van roofmijten tegen bloedluis?

Roofmijten zijn niet gevaarlijk of schadelijk. Ze richten zich alleen op plaaginsecten en laten mensen, dieren en planten met rust. Je kan ze dus rustig in de buurt van je kippen of andere (huis)dieren uitzetten. Zet je de roofmijten de roofmijten vroegtijdig in, dan kleven er eigenlijk geen nadelen aan. Alleen bij een ernstig woekerende bloedluisplaag zijn roofmijten vaak niet in staat zijn om de plaag totaal te bestrijden. Wel kunnen ze er dan voor zorgen dat de bloedluispopulatie niet verder uitgroeit, dus nog steeds is het zinvol om ze in te zetten. 

Hoe zet ik de roofmijten uit in het kippenhok?

Belangrijk voor een goede bestrijding is het creëren van een aangename plaats voor de roofmijten. Als de roofmijten een habitat hebben waar ze kunnen wonen dan volgt de bestrijding vanzelf. Het uitzetten van de roofmijten is simpel. Het substraat moet gelijkmatig in het hok of de stal worden verdeeld op de plaatsen waar de bloedluis zich overdag ophoudt, zoals bijvoorbeeld: de zitplaatsen van de vogels, in nestplaatsen, op plaatsen waar de mest valt, op de bodem van voertroggen of -goten, maar ook dichtbij spleten en barsten in de muren.

De roofmijten zoeken de bloedluizen actief op. Hierbij gaat hij als volgt te werk: hij benadert de bloedluis en steekt deze met zijn snuit. De roofmijt dient de bloedluis gif toe waardoor de bloedluis sterft. Het kan enige tijd duren voordat je het eerste resultaat merkt. Sterker nog, het kan zelfs even lijken alsof de bloedluisplaag toeneemt. In de eerste weken jaagt de roofmijt de bloedluizen uit hun verstopplekken. Ze zijn daardoor veel meer zichtbaar, maar het betekent dat de roofmijten hun werk goed uitvoeren.

Twee tot drie weken na de behandeling is normaal gesproken effect te zien. De dieren worden minder rusteloos, het bloedverlies is verminderd en de vervelende bloedluizen zijn minder zichtbaar. 

Stappenplan voor het bestrijden van bloedluis

Dierenverblijf ontsmetten

• Maak het gehele hok leeg, verwijder al het stro en hooi
• Ontsmet het hok met een ontsmettingsmiddel, behandel het hok met stoom of water van minimaal 70º C of gebruik een verfstrip föhn om de naden en kieren uit te branden. Doe dit zorgvuldig en let goed op eventueel brandgevaar.
• De bloedluizen en eieren bevinden zich overdag vooral in de naden, kieren en spleten van het hok. Geef deze plekken extra aandacht bij het ontsmetten. Ons advies is om deze naden na het ontsmetten zoveel mogelijk dicht te kitten met een siliconenkit. Hoe minder spleten en kieren er zijn, des te kleiner is de kans dat er bloedluizen in het hok terechtkomen.
• Denk ook om de stokken waarop kippen zitten. Reinig deze met bijvoorbeeld dunne chloor. Een tip is om de zitstokken zwevend te maken (bv. met draden aan het plafond) zodat de bloedluis niet in de zitstok kan kruipen.
• Vul het hok met nieuwe stro, zaagsel of hooi.
• Herhaal deze procedure indien nodig, vooral bij warm weer is het goed om het hok vaker schoonmaken. Een goede hygiëne werkt preventief tegen bloedluis.
• Zet de roofmijten niet direct uit na het schoonmaken, ook de roofmijten houden niet van chloor of andere schoonmaakmiddelen. 

Roofmijten uitzetten

• Zet de roofmijten na ontvangst zo snel mogelijk uit.
• Draai of schud de verpakking voorzichtig voor gebruik.
• Open de zak met roofmijten door een hoekje van de zak af te knippen.
• Het substraat moet gelijkmatig in het hok of de stal worden verdeeld op de plaatsen waar de bloedluis zich overdag ophoudt. Denk aan: de zitplaatsen van de dieren, in nestplaatsen, op plaatsen waar de mest valt, op de bodem van voertroggen of -goten, maar ook dichtbij spleten en barsten in muren.
• Tijdens het uitstrooien kan je door het doorzichtige gedeelte zien hoeveel roofmijten er nog in de zak zitten. Zo kan je zorgvuldig en gedoseerd de roofmijten uitzetten.
• Het substraat mag niet in de mest worden verspreid, omdat de roofmijten niet overleven als zij met te veel mest bedekt worden. De roofmijten overleven alleen in de bovenste 2 cm van de mest.
• Het verwijderen van de mest tijdens de eerste 2-3 dagen na het uitzetten van de roofmijten moet worden vermeden. Roofmijten hebben namelijk enkele weken nodig om zich aan het stalmilieu aan te passen.
• Hoe vaak je de roofmijten moet uitzetten hangt af van verschillende factoren, waaronder de duur en de heftigheid van de infectiedruk. De roofmijten voelen zich thuis in een licht vochtige bodem, advies is om de bodem vochtig te houden door de bodem regelmatig te besproeien. Denk erom dat de bodem niet té nat is!
• Houd goed in de gaten of de roofmijten na een aantal weken nog actief zijn. Wekelijkse inspectie van de roofmijten is raadzaam. Je kunt de activiteit van de roofmijten als volgt inspecteren: neem wat grond uit het hok en leg dit op een wit papier. Bekijk het materiaal met een loep om te zien of er nog levende roofmijten zijn. Kan je nog roofmijten zien, dan kan je ervan uitgaan dat er voldoende leven is. Zo niet, bestel dan een nieuwe dosis roofmijten. 

Roofmijten tegen bloedluis: tips

• Naast roofmijten bieden we diverse andere duurzame, gifvrije hulpmiddelen om bloedluis in toom te houden. Denk aan: bloedluisval, Cumbasil mineraalpoeder tegen bloedluis, Tabac Straw tegen bloedluis of Blood shield tegen bloedluis. Bestel voordelig het Bloedluis Totaalpakket voor alle bestrijders. 
• Download de bijsluiter om meer te lezen over het inzetten van roofmijten. 
• Lees meer informatie over bloedluis bij diverse dieren op onze pagina over bloedluis.

Bekijk ook deze video: