Bestrijding van voedselmotten
Zie je kleine motjes vliegen in de keuken, dan is de kans groot dat dit voedselmotten zijn. De rondvliegende motten zijn vervelend, maar nรณg vervelender is dat ze zich razendsnel voortplanten en je voedselvoorraad besmetten. Binnen afzienbare tijd kan je last krijgen van een hardnekkige plaag. Gelukkig zijn er slimme tips en trucs om weer van de plaag af te komen en te voorkomen dat er een nieuwe besmetting ontstaat!
Op deze pagina (klik op de titel om direct naar de informatie te gaan):
Hoe bestrijd je voedselmotten stap voor stap?
Hoe kom ik van voedselmotten af?
Hoe herken je voedselmotten en hun larven?
Voorkomen van nieuwe besmettingen
Welke soort voedselmotten zijn er?
Waarom sluipwespen en feromoonvallen onmisbaar zijn
Veelvoorkomende fouten bij het bestrijden van voedselmotten
Veelgestelde vragen over voedselmotten bestrijden
Hoe bestrijd je voedselmotten stap voor stap?
Wanneer je ontdekt dat er voedselmotten in huis aanwezig zijn, is het zaak om direct actie te ondernemen. Een mottenplaag kan namelijk, zeker bij warm weer, enorm snel uit de hand lopen. Volg dit stappenplan om ergere schade te voorkomen:
- Controleer je voedselvoorraden
Voedsel kan namelijk besmet zijn met mottenlarven en eitjes. Je herkent besmet voedsel aan larven, fijne webben en klonterige korrels. De larven vreten door plastic en karton heen, kijk dus ook goed in de verpakkingen. Met name hoekjes van dozen en vouwen in zakken zijn een besmettingsbron. - Gooi besmet voedsel weg
Al het voedsel dat aangetast lijkt te zijn door mottenlarven, moet zo snel mogelijk worden verwijderd. Doe het in goed een afgesloten afvalzak en laat deze zak niet te lang in huis staan. - Maak grondig schoon
Hoe schoner de ruimte is, hoe kleiner de kans dat de mottenplaag terugkeert. Maak daarom je voorraadkast en keuken goed schoon. Gebruik een stofzuiger om alle hoekjes, spleten en kieren schoon te zuigen. Was daarna alle oppervlakken met warm water en zeep. Leeg de stofzuiger, sluit de afvalzak goed af en verwijder deze uit huis. - Plaats een feromoonval
Met een feromoonval vang je mannelijke motten. Ze komen op de lokstof van feromonen af en blijven kleven in de val. Door mannelijke motten weg te vangen kan je deels de voortplanting vertragen en daarnaast in de gaten houden hoe de plaag zich ontwikkelt. - Zet sluipwespen in
De belangrijkste stap om volledig van de mottenplaag af te komen, is het gebruik van sluipwespen. Met sluipwespen pak je de plaag aan bij de bron. De superkleine wespjes parasiteren namelijk motteneitjes, waardoor er geen nieuw motje uit kan komen en de voortplantingscyclus wordt doorbroken.
Hoe kom ik van voedselmotten af?
Om volledig van voedselmotten af te komen, is tijd en geduld nodig. Heb je het stappenplan doorlopen, dan heb je in ieder geval alles gedaan om de plaag acuut aan te pakken en onder controle te houden. Maar, voedselmotten zijn hardnekkig en kunnen in de kleinste hoekjes en kiertjes hun eitjes leggen.
Herhaal de behandeling met sluipwespen
Heb je het volledige stappenplan gevolgd en sluipwespen ingezet, dan kan je die in eerste instantie rustig hun werk laten doen. Sluipwespen worden geleverd op een kaartje met eitjes die in de eerste dagen na de inzet uitkomen. De sluipwespjes kruipen uit het kaartje en gaan direct actief op zoek naar motteneitjes om te parasiteren. Zeker in de eerste twee weken zijn ze heel actief, maar daarna zakt de populatie langzaam wat in. Tegelijkertijd kunnen er alweer nieuwe mottenlarven zijn verpopt tot motten die nieuwe eitjes leggen. Om de voortplantingscyclus van de motten te doorbreken, is het daarom cruciaal om na 2-3 weken nieuwe sluipwespen in te zetten. Bij een erg hardnekkige plaag kan ook een derde of zelfs vierde herhaalbehandeling nodig zijn.
Houd de omgeving schoon
Terwijl de sluipwespen hun nuttige werk doen, kan je zelf ook nog wat stappen zetten om van de plaag af te komen. Zo kan je overwegen om nieuwe boodschappen tijdelijk op een andere plek op te slaan. Op die manier kan je de besmettingsplaats makkelijker schoonhouden en hoef je niet nog meer voedsel weg te gooien. Ook kan je voedsel eventueel invriezen. Door het een week in de vriezer te houden, dood je eventuele larfjes en eitjes.
Zorg verder continu dat de ruimte en omgeving waar je last hebt van de motten schoon blijft. Een klein beetje gemorst voedsel (achter een kastje of in een verscholen hoekje) is al voldoende voedingsbodem voor mottenlarven. Mottenlarven kunnen daarnaast een flink stuk kruipen en verpoppen lang niet altijd in de buurt van voedselwaren. Blijf daarom regelmatig schoonmaken om zo alle voedselmotten, larven en eitjes te pakken te krijgen.
Met bovenstaande stappen ben je volledig gifvrij en veilig voor je omgeving bezig. Hoewel dit in de meeste gevallen super effectief is, zijn sommige mottenplagen zo heftig dat er meer maatregelen nodig zijn. In dat geval kan een behandeling door een professionele verdelger de laatste optie zijn. Dit zijn grondige, maar kostbare behandelingen, waar ook gif aan te pas komt. Soms is het echter de enige manier om volledig van het mottenprobleem af te komen.
Hoe herken je voedselmotten en hun larven?
Het signaleren van voedselmotten begint bij het herkennen van bepaalde zaken die kunnen duiden op een besmetting. Soms zie je nauwelijks motjes vliegen, maar is er al wel sprake van een beginnende plaag. Let daarom naast rondvliegende voedselmotten op de larven en besmet voedsel.
Volwassen voedselmotten herkennen
Voedselmotten zijn nachtvlinders en zijn vooral โs avonds en โs nachts actief. Ze komen op lichtbronnen af. Overdag zitten de motten vaak ergens te rusten met hun vleugels ingeklapt. Dit kan overal in huis zijn, volwassen motten blijven niet per se in de buurt van de eitjes en larven. Er zijn verschillende soorten voedselmotten, maar allemaal zijn ze beige of bruin van kleur en niet groter dan zoโn 2 centimeter.
Larven van voedselmotten herkennen
De larven van voedselmotten zijn wormachtig larven en vind je vaak in en op voedselverpakkingen. De larven zijn wit of crรจme van kleur en hebben een bruine kop. Ze zijn zoโn 7 tot 9 mm. Deze larven spinnen fijne webben om zichzelf te beschermen. Zijde-achtige buisjes en webben vind je terug in de buurt van voedsel.

Links een volwassen voedselmot, rechts de larven die voedsel aantasten
Poppen van voedselmotten herkennen
Voor het verpoppen verplaatsen de larven zich vaak naar andere plekken. Je vindt de poppen dus niet zo zeer in de buurt van voedsel, maar juist op de wanden van bijvoorbeeld de voorraadkast. Controleer daarnaast naden, spleten, hoekjes en het plafond.
Belangrijke besmettingsbronnen herkennen
Je kan de larven op allerlei plekken tegenkomen. Favoriet zijn droge voedingsmiddelen zoals bloem, ontbijtgranen, pasta, bakmixen, noten of gedroogd fruit. Wees daarnaast verdacht op dierenvoer, producten zoals hondenbrokken of kattenbrokken kunnen vaak een besmettingsbron zijn. Een beetje gemorst voedsel in een hoekje, kiertje of achter een keukenkastje kan al een voedingsbodem zijn.
Mottenlarven hebben altijd honger en zullen niet kieskeurig zijn. Ze vreten door verpakkingen heen en zijn soms zelfs terug te vinden op kruidenpotjes, gedroogde thee, tabak of langs de randen van blikken.

Pop van een cacaomot
Voorkomen van nieuwe besmettingen
Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Ben je van de plaag af, dan zijn er een verschillende stappen die je kan zetten om een nieuwe opleving te voorkomen.
- Zorg ervoor dat je niet te veel voedsel bewaart.
Hoe meer voorraad je hebt, hoe groter de kans dat er ergens een eitje of wat larven achterblijven die de start kunnen zijn van een nieuwe plaag. - Sla voedsel op in goed afsluitbare glazen potten of stevige kunststof containers.
Mottenlarven vreten zich een weg door plastic en karton heen, dus de meeste voedselverpakkingen of zip-lock zakken zijn niet bestand tegen een mottenplaag. Door je voedsel op te slaan in weckpotten, blikken of kunststof containers zorg je dat nieuwe motten niet meer bij je voedsel kunnen komen. Blijkt er toch een motje, larve of eitje in een van de potten te zitten, dan blijft de plaag geรฏsoleerd en hoef je alleen nog maar dat voedsel weg te gooien. - Controleer nieuw gekochte voedingswaren.
Vaak ontstaat een plaag door voedsel dat al besmet is als je het meeneemt uit de winkel. Check daarom goed wat je binnenbrengt. Vooral graanproducten, noten, droge bonen, gedroogd fruit en dierenvoer kunnen besmet zijn. - Houd de keuken en voedselopslag schoon.
Schoonmaken is en blijft ontzettend belangrijk in de strijd tegen voedselmotten. Maak de keukenkastjes, laden en voorraadkasten daarom regelmatig schoon. Larven hebben maar weinig voedsel nodig om te overleven, dus als ergens een beetje bloem of suiker is gemorst, kan dit alweer een nieuwe plaag in de hand werken. - Gebruik feromoonvallen.
De feromoonval bevat een lokstof met feromonen waar mannelijke motten op af komen. Zij blijven vervolgens kleven in de val. Plaats of hang de val in de buurt van een plek waar de motten zich vermoedelijk bevinden. Dankzij de val zie je snel of er motten aanwezig zijn. Neemt het aantal motten in de val snel toe, dan is zich een plaag aan het ontwikkelen en kan je actie ondernemen.
Welke soort voedselmotten zijn er?
Voedselmotten zijn nachtvlinders die behoren tot de familie van lichtmotten (Pyralidae). Er zijn wereldwijd maar liefst 6.000 soorten bekend, maar er zijn 3 soorten die je het meest aantreft in huis.
Voorraadmotten
Binnen deze groep vallen drie mottensoorten die sterk op elkaar lijken: de grauwe meelmot (Ephestia kuehniella), de cacaomot (Ephestia elutella) en de amandelmot (Cadra cautella). Alledrie zijn lichtbruin gekleurd met donkergrijze vlekjes op de vleugels. Zijn de vleugels ingeklapt, dan zijn de motten niet groter dan 2 cm. De spanwijdte van de vleugels ligt tussen de 1,5 en 3 cm. De larven zijn 2 cm lang en zijn geelwit met een donker kopje.
Vruchtmotten
De vruchtmot (Plodia interpunctella), ook bekend als Indische meelmot, komt wijdverspreid voor. In huishoudens tref je ze regelmatig aan. Je kan ze aan de hand van de tekening van de vleugels goed onderscheiden van voorraadmotten. De vleugels zijn aan de voorste helft geelwit, de uiteinden zijn roodbruin. Over het algemeen zijn ze ietsje kleiner dan de voorraadmotten.
Rijstmotten
Rijstmotten herken je vooral aan de vleugels. In tegenstelling tot vrucht- en voorraadmotten heeft de rijstmot afgeronde vleugels. Hierdoor zie je duidelijk een voorste en achterste vleugelpaar. In stilstand heeft het motje de vleugels strak tegen het lichaam gevouwen. Door hun onopvallende kleur merk je ze dan bijna niet op. Aangezien de rijstmot van oorsprong uit een warm en vochtig gebied komt, zal hij zich bij hoge temperaturen het snelst voortplanten.
Waarom sluipwespen en feromoonvallen onmisbaar zijn
Motten bestrijden op een milieuvriendelijke, veilige en doeltreffende manier doe je met sluipwespen en feromoonvallen. De inzet van deze natuurlijke bestrijders is onmisbaar in de strijd tegen voedselmotten. Met schoonmaken en voedselvoorraden opruimen maak je een start, maar zal je nooit de volledige besmetting weg kunnen krijgen. Motten leggen enorm veel eitjes die ook nog eens heel erg klein zijn. De kans is groot dat je met schoonmaken een paar eitjes mist, die weer de start kunnen zijn van een nieuwe plaag. Natuurlijke bestrijders, zoals feromoonvallen en sluipwespen, geven je precies het extra steuntje in de rug dat je nodig hebt om van de mottenbesmetting af te komen.
Zo werken feromoonvallen tegen voedselmotten
Een vrouwelijke mot scheidt feromonen uit. Mannelijke motten kunnen de geur van deze feromonen van grote afstand ruiken. Zodra ze dit hebben waargenomen willen ze niets liever dan paren met het vrouwtje. Ze zullen alle bezigheden staken en hun reukorgaan volgen. Omdat feromonen zoโn krachtige werking hebben op mannetjesmotten, is de feromoonval een enorm effectief middel. De val bevat een lokstof met daarin de feromonen van verschillende soorten voedselmotten. Mannetjes komen hier op af en blijven kleven in de val.
De feromoonval helpt je op twee manieren. Deels vertraag je de voortplanting door het wegvangen van mannelijke motten. Het meest effectief zijn ze daarnaast voor het monitoren van de plaag. Aan de hand van het aantal motten dat je vangt, krijg je een beeld van de ontwikkeling van de plaag. Vang je steeds minder, dan gaat het goed met bestrijden, vang je steeds meer, dan zijn er extra maatregelen nodig.
Zo werken sluipwespen tegen voedselmotten
Dรฉ mottenbestrijder is de sluipwesp. Sluipwespen komen wijdverspreid voor in de natuur en het zijn parasitoiden. Dit wil zeggen dat ze een gastheer nodig hebben om te kunnen overleven en dat de gastheer hierdoor zal sterven. Tegen motten gebruik je een mix van Trichogramma sluipwespen. Dit zijn heel kleine wespjes, niet groter dan 1 mm, die motteineitjes nodig hebben om te overleven. Ze gebruiken de eitjes om hun eigen eitjes in te leggen en om zich mee te voeden. Hierdoor komt er geen mottenlarve meer uit het eitje.
Het voordeel van deze aanpak is dat je de mottenplaag aanpakt bij de bron. Je bestrijdt ze dus al voordat ze uit hun eitje zijn gekomen en voorkomt zo larven, poppen en volwassen motten.
Het gebruik van sluipwespen klinkt spannend, maar is volkomen veilig. De sluipwespen zijn zo klein dat je nauwelijks merkt dat ze er zijn. Ze hebben maar รฉรฉn missie: motteneitjes opsporen. Ze steken niet en vallen mensen, dieren en planten verder niet lastig. Ook hoef je niet bang te zijn dat je de mottenplaag inwisselt voor een sluipwespenplaag. Eรฉn sluipwespje leeft maar een paar weken en heeft een motteneitje nodig om te kunnen overleven. Zijn die niet meer te vinden, dan verdwijnen de sluipwespen vanzelf.

Sluipwespen worden geleverd op een kaartje. Het kaartje vouw je uit en plaats je op een plek waar je motten en larven hebt gesignaleerd.
Natuurlijk bestrijden versus chemisch bestrijden
Het bestrijden van motten met feromoonvallen en sluipwespen is volledig gifvrij en veilig voor je omgeving. Deze bestrijdingsmethode is zo effectief omdat je de plaag aanpakt bij de bron en gebruik maakt van de kracht van de natuur. Chemische bestrijdingsmiddelen zullen een sneller resultaat geven kunnen ook schade aanrichten bij andere insecten die juist nuttig zijn. Ze vormen daarnaast ook een gezondheidsrisico voor mensen en (huis)dieren en er kan resistentie ontwikkeld worden tegen het middel.
Veelvoorkomende fouten bij het bestrijden van voedselmotten
Vaak denk je goed bezig te zijn met het bestrijden van voedselmotten, maar ontdek je toch dat je maar niet van de plaag afkomt. Dit zijn veelgemaakte fouten in het bestrijdingsproces:
- Het gebruik van mottenballen
Voor het bestrijden van motten wordt vaak gedacht aan mottenballen. Deze zijn alleen absoluut niet geschikt voor het bestrijden van voedselmotten. Mottenballen mogen niet worden gebruikt in de buurt van voedselopslag of in de keuken. Ze zijn bedoeld voor luchtdichte ruimtes, zoals bijvoorbeeld een afgsloten doos waarin kleding wordt bewaard. Mottenballen geven gassen vrij die de motten doden. Deze gassen vormen een risico voor mensen of (huis)dieren bij onjuist gebruik. - Alleen feromoonvallen inzetten
Heb je een feromoonval in huis geplaatst en zie je die flink vollopen met motten, dan lijkt het alsof je er goed mee bezig bent. Houd er echter rekening mee dat je met feromoonvallen alleen volwassen mannetjesmotten vangt. Dit zal de voortplanting misschien enigszins remmen, maar het zal niet voldoende zijn om de plaag weg te krijgen. De mannetjes die je gevangen hebt, kunnen namelijk al eerder gepaard hebben. Er komen dan alsnog nieuwe eitjes uit en de plaag blijft voortwoekeren. Gebruik de feromoonval vooral om de plaagontwikkeling in de gaten te houden. Het echte bestrijden doe je met sluipwespen. - Voedselvoorraden onvoldoende controleren
Het is ontzettend belangrijk om je voedselvoorraad heel grondig te controleren. Een mottenplaag in huis ontstaat vaak door meegebrachte voedingsmiddelen die al besmet zijn. De kleine motteneitjes zie je niet direct. Pas als er larven uitkomen en je volwassen motten ziet vliegen, merk je de besmetting op. Door voor je begint met bestrijden, maar ook tijdens het bestrijdingsproces en erna, scherp je voorraden te controleren op besmetting, voorkom je dat je binnen de kortste keren weer last hebt van een nieuwe plaag.
Veelgestelde vragen over voedselmotten bestrijden
Hoe snel kan een voedselmottenplaag zich ontwikkelen?
Hoe hoger de temperatuur, des te sneller ontwikkelt een mottenplaag zich. Boven de 20ยฐ C komt een eitje na zoโn 7 dagen uit en leeft de larve vervolgens enkele weken. Verpoppen duurt daarna zoโn 1,5 week. Volwassen motten leven hooguit 2 weken en houden zich alleen maar bezig met voortplanten. Een mottenvrouwtje legt in haar korte leven honderden eitjes. Hierdoor kan onder gunstige omstandigheden razendsnel een plaag ontstaan.
Is het eten van besmet voedsel gevaarlijk?
Het per ongeluk eten van besmet voedsel vormt niet direct een gevaar voor je gezondheid. De kans is zelfs groot dat je wel eens ongemerkt een motteneitje hebt gegeten. Toch is het, zeker als je een zwakke gezondheid hebt, niet aan te raden om besmet voedsel te eten. Larven vreten namelijk aan verpakkingen waardoor producten verontreinigd raken en kunnen bederven. Zowel volwassen motten als larven laten daarnaast uitwerpselen achter in voedingswaren.
Kan ik mottenballen gebruiken om voedselmotten te bestrijden?
Het gebruik van mottenballen voor het bestrijden van voedselmotten is sterk af te raden. Mottenballen zijn namelijk niet geschikt om in ruimtes waar voedsel wordt bewaard in te zetten. Ze produceren schadelijke, giftige dampen die een risico vormen voor mensen en (huis)dieren.
Werken sluipwespen tegen alle soorten voedselmotten?
Ja, Trichogramma sluipwespen zijn in te zetten tegen alle soorten voedselmotten die je in huis kan aantreffen en werken daarnaast ook tegen kledingmotten. Je ontvangt een kaartje met een mix van een aantal verschillende typen Trichogramma sluipwespen. Deze richten zich op de eitjes van diverse mottensoorten in huis.
Hoe lang moet ik sluipwespen en feromoonvallen inzetten?
Blijf gebruik maken van feromoonvallen en sluipwespen tot er geen tekenen van een nieuwe besmetting meer zijn. Over het algemeen duurt dit een paar weken. Zet in ieder geval twee keer sluipwespen in met een tussenpoos van circa twee weken. Monitor daarnaast de plaag met een feromoonval. Eรฉn feromoonval blijft 6 weken actief. Vervang de val eerder als de kleefstrip vol is of de kleefkracht is afgenomen. Blijf je veel volwassen motten vangen, dan kan een derde en soms zelfs vierde herhaalbehandeling met sluipwespen nodig zijn.