Er zijn veel verschillende soorten bladluis. Ze kunnen groen, geel, zwart, wit, roze of paars zijn en zijn zo’n 2 tot 3 mm lang. De bladluizen bevinden zich op jonge stengels, groeiende bladeren of bloemknoppen. Dit is meestal bovenin de plant. Lees meer over bladluis bestrijden.
Een jonge bloedluis heeft 6 poten en een volwassen bloedluis 9 poten. Ze zijn niet groter dan 1 mm en na het voeden donkerrood van kleur. Bloedluizen vind je in de buurt van hun prooi (o.a. pluimvee) of in kieren en gaatjes om eitjes te leggen. Lees meer over bloedluis.
Buxusrupsen hebben een opvallend felgroene kleur met zwarte strepen. Volgroeide rupsen zijn ongeveer 4 cm en kunnen buxusplanten volledig kaalvreten. Buxusmotten zijn wit met grijsbruine vleugelranden. Lees meer over de buxusmot en rups bestrijden.
De dopluis is te herkennen als een geelbruin dopje dat zich aan de onder- of bovenkant van het blad bevindt. Vaak spot je ze in de buurt van de nerven van de plant. Je hebt een platte, halve of gewone dopluis. Meer weten? Lees verder over dop- en schildluizen.
De eikenprocessierups kan in de zomermaanden een erg vervelend plaaginsect zijn. De rupsen hebben kleine haartjes die kunnen leiden tot klachten aan de huid en ogen. Je treft ze met name in mei, juni en juli in eikenbomen in nesten van dicht spinsel. Lees ons blogartikel: De eikenprocessierups bestrijden?
Emelten zijn de larven van langpootmuggen. Deze larven bevinden zich in de bodem en vreten aan delen van planten net boven de grond. Met name het gazon kan hierdoor enorm beschadigen. Volgroeid zijn ze zo’n 5 cm, grijsbruin van kleur en zonder pootjes. Lees meer over emelten bestrijden.
Engerlingen zijn larven van bladsrietkevers. Je herkent ze aan hun c-vormige, geelwitte lijf. Ze hebben een bruine kop en 3 paar voorpootjes. Ze kunnen in enorm grote aantallen in de tuin zitten en daardoor erg schadelijk zijn. Lees verder over engerlingen bestrijden met aaltjes.
Fruitvliegjes kunnen met name in de zomermaanden ineens zorgen voor een invasie in huis. Fruitvliegjes zijn slechts enkele millimeters groot met een bruin lijfje en rode ogen. Ze kunnen zich razendsnel voortplanten waardoor je van de ene op de andere dag veel last hebt. Lees meer over fruitvliegjes.
Mieren kunnen vervelende plaaginsecten zijn, zeker als ze in grote getalen in het gras, op je terras of zelfs binnenshuis aanwezig zijn. Mieren bouwen mierennesten met gangenstelsels onder de grond. Bovengronds herken je een mierennest aan een zandhoopje met een gat erin. Lees meer: Mieren bestrijden? Doe het niet chemisch.
Kledingmotten en voedselmotten zorgen in huis voor schade en verontreiniging. De larven vreten aan voedselverpakkingen of textiel en verontreinigen met hun uitwerpselen je voorraadkast of kledingkast. Het zijn de vraatzuchtige, worm-achtige larven die zorgen voor schade. De larven zijn crèmekleurig met een bruine kop. Ze zijn zo’n 7-9 mm groot.
Pissebedden zijn kreeftachtigen. Ze verstoppen zich op vochtige, warme plekken. Bijvoorbeeld tussen opgeslagen hout, kieren bij het huis of onder tegels. Je herkent ze aan hun grijze tot zwarte kleur, 7 paar pootjes, platte, ovale vorm en schild met ribbels. Het zijn nuttige beestjes, maar je wil ze liever niet in grote aantallen vochtige ruimtes in huis hebben.
De varenrouwmug (rouwvliegje) is een zwarte mug van zo’n 4 tot 5 mm groot. Ze lijken erg op fruitvliegjes. De varenrouwmug bevindt zich vooral in potgrond om zich te voeden en eitjes te leggen. Hier komen larven uit die knagen een planten. Een larve is ongeveer 5 mm lang en ivoorkleurig. Lees verder over bestrijden varenrouwmug (rouwvliegjes).
Schildluizen zijn vaak waar te nemen in groepen. Ze zitten dicht bij elkaar aan de onderkant van de bladeren of op de stam van de plant. Een schildluis is zo’n 1 tot 3 mm groot en is qua kleur geel, grijs of bruin afhankelijk van het soort. De poppen zijn bepoederd met een was en lijken daarom op wolluis. Lees meer over dop- en schildluizen.
(Naakt)slakken komen in zo’n beetje iedere tuin voor en zorgen voor schade aan allerlei gewassen. De naaktslak is het meest actief in vochtige periodes in het voor- en najaar. Naaktslakken bevinden zich in de bodem, maar komen naar boven als het geregend heeft. Bij langdurig regenachtige periodes kan je te maken krijgen met een slakkenplaag.
Een spintmijt is zo’n 0,3 tot 0,5 mm lang en lijkt op een minuscuul spinnetje. Het lichaam heeft de vorm van een peer en is geelgroen, bruin of rood van kleur. De spintmijt is herkenbaar aan de 2 donkere vlekken op zijn lichaam. Ze bevinden zich vaak aan de onderkant van bladeren en in de fijne webben die ze spinnen. Lees meer over spint bestrijden.
Springstaarten (Collembola) behoren tot een klasse van zespotigen die in totaal ruim 8000 beschreven soorten telt. Vrijwel allemaal hebben ze een gevorkte staart, waarmee ze bij gevaar weg kunnen springen. De meeste springstaarten zijn ongeveer 5 mm groot, maar er bestaan ook kleinere soorten. Ze hebben altijd 6 poten en een paar antennen.
Een klein gevleugeld insect van 1 mm met een zuigsnuit en aan de achterzijde franje. Ondanks dat ze vleugels hebben, zijn het niet erg goede vliegers. Er zijn diverse soorten trips die in kleur variëren van lichtgeel tot praktisch zwart. De volwassen trips zijn vooral op de bovenkant van de bladeren te vinden. Larven zitten aan de onderkant van het blad. Lees meer over bestrijding trips.
Een Varroamijt is een platte mijt met 8 poten. Een volwassen Varroa vrouwtje is rood/bruin van kleur en een volwassen mannetje is wit. Ze hebben de vorm van een knopje en zijn 1-2 mm groot. De Varroamijt kan zich alleen voortplanten in een honingbijenkolonie en hecht zich aan het lichaam van de bij. Lees meer over de Varroamijt biologisch bestrijden met roofmijten.
Wespen komen in de zomermaanden in grote hoeveelheden voor. Ze zijn erg nuttig in de natuur. Het zijn opruimers en ze hebben een belangrijk aandeel in de bestuiving van gewassen. Omdat ze gemeen kunnen steken, is het alleen niet zo prettig om ze in de buurt te hebben. Dan is verjagen of afvangen een milieuvriendelijke oplossing.
De witte vlieg bevindt zich aan de onderkant van bladeren waar zij zich voedt met plantsappen. Ze richt zich vooral op de jongere bladeren bovenin de plant. De witte vlieg is een wit vliegje met doorzichtige vleugels. Ze zijn meestal tussen de 1 en 3 mm groot. Bij een grote plaag hoef je het blad maar even aan te raken en er vliegt een wolk aan vliegjes omhoog. Lees meer over bestrijden van de witte vlieg.
Wolluizen zijn te herkennen aan de witte wasdraden op hun rug waardoor het lijkt of ze bedekt zijn met witte wol. De wolluis is zo’n 3-6 mm lang en houdt niet van bewegen. De vrouwtjes leven vaak bij elkaar in haarden op beschermende plekken op de plant. De mannetjes zie je nauwelijks en kunnen vliegen. Lees meer over wolluis bestrijden.