Plagen in de kasteelt

Plagen in de kasteelt

door | jun 5, 2025

De (broei)kas is dé plek om je planten te beschermen tegen extreme hitte, kou, regen en andere schadelijke invloeden. Helaas is dit beschutte klimaat ook perfect voor plagen, terwijl hun natuurlijke vijanden vaak buiten de deur blijven. In dit blog lees je hoe plagen in de kas ontstaan, welke plaagdieren het meeste voorkomen en hoe je ze op een veilige en doeltreffende manier kunt aanpakken.

Hoe ontstaan plagen in de kas?

Een kas beschermt je planten tegen gevaren van buitenaf. De warme, vochtige en schaduwrijke omgeving zorgt ervoor dat de kasplanten snel en het hele jaar door groeien. Tegelijkertijd zorgen juist die omstandigheden voor natuurlijke remmen op plagen. In de kas ontbreekt dit natuurlijke regulerende mechanisme. Bovendien komen de natuurlijke vijanden van plagen in de kas juist zelden voor.

Naast bekende plaaginsecten zoals rouwvliegjes, trips en witte vlieg, kunnen in de kas ook algenproblemen ontstaan. Algen – een soort minuscule wormpjes – gedijen goed in de vochtige, warme bodem. De algen voeden zich met plantenwortels en verstoren zo de gezonde groei van je planten. Slecht nieuws dus voor je kasplanten.

Vroege detectie van plaaginsecten is cruciaal om plagen onder controle te houden en tijdig in te grijpen. Let daarom goed op de aanwezigheid van veelvoorkomende plagen zoals bladluizen, rouwmuggen, trips, witte vliegen, rupsen, bladmineerders, wolluizen, mijten, slakken en naaktslakken. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt in de kas sterk afgeraden. In de gesloten kas kunnen giftige stoffen moeilijk ontsnappen en vormen een gevaar voor zowel plant als teler.

Gelukkig geldt ook: wat gunstig is voor de plaag, is ook ideaal voor hun natuurlijke vijanden. In het vervolg lees je welke plaaginsecten het meeste voorkomen in de kas en welke natuurlijke vijanden je het beste tegen deze insecten kunt neerzetten. Zo beheers je plagen in de kas op een veilige en natuurvriendelijke manier.

gele vangplaten in kas

Varenrouwmug bestrijden in de kas

De varenrouwmug (Sciara analis) is een kleine zwarte mug uit de familie van de rouwmuggen (Sciaridae). In de volksmond wordt de onruststoker ook wel ‘rouwvliegje’ genoemd. De volwassen varenrouwmug is slechts een paar millimeter groot en te herkennen aan zijn lange, slanke antennes en poten. Na de paring legt het vrouwtje 50 tot 200 eieren, die binnen de 2 tot 3 dagen uitkomen. Een plaag lijkt daarom vanuit het niets te komen. De larven zijn ongeveer 5 mm lang, doorschijnend wit en hebben een opvallende zwarte kop. Bij temperaturen boven de 24°C plant de varenrouwmug zich voortdurend voort.

De volwassen varenrouwmug richt zelf weinig schade aan, maar de larven zijn echte boosdoeners. De larven voeden zich niet alleen met dood organisch materiaal zoals algen en schimmels, maar doen zich ook tegoed aan wortels en stengels. Ze boren een gat in het wortelstelsel en deze vraatschade vormt op zijn beurt een opening voor plantenziektes zoals Pithium, Phytophtora, Botrytis, Fusarium en Verticillium. De symptomen van aantasting door de varenrouwmug zijn verwelking of groeivertraging en in ernstige gevallen sterft de plant als gevolg af.

De bestrijding van de varenrouwmug komt van twee kanten. Enerzijds moet je de larven in de bodem een halt toegeroepen en anderzijds is het belangrijk om te voorkomen dat volwassen muggen zich voortplanten. Het is daarom verstandig om een bestrijding met aaltjes te combineren met gele vangplaten. Steinernema feltiae aaltjes komen van nature in de bodem voor en zijn de natuurlijke vijand van de larven van de varenrouwmug. Waar de aaltjes gaan in de bodem hun natuurlijke vijand te lijf, worden de volwassen rouwvliegjes als een stier op een rode lap tot gele vangplaten gelokt.

Ook een preventieve bescherming is van groot belang. Door het vroegtijdig inzetten van de Hypoaspis miles roofmijt wordt de varenrouwmug larven een halt toegeroepen, voordat ze een plaag vormen. De roofmijten vermenigvuldigen zich continu: ze leggen eitjes in de bovenste grondlaag. De roofmijteieren ontwikkelen zich na 15 dagen opnieuw tot volwassen roofmijten bij een temperatuur 20°C. Onder de 15°C worden de roofmijten minder actief.

Bladluis bestrijden in de kas

Bladluizen (Aphidoidea) vormen al snel een plaag in de kas. Bladluizen steken met hun bek de bladeren of stengel van een plant lek en voeden zich met het plantensap. Bij voorkeur drinken de bladluizen van jonge, zachte bladeren. Een enkele vrouwelijke bladluis kan per dag zes tot tien jongeren op de wereld zetten. Daarom groeit een plaag snel van kwaad tot erger. Schade van de bladluis is herkennen aan opgerolde of uitgedroogde bladeren. Bovendien scheiden bladluizen ‘honingdauw’ uit. Een soort plakkerige substantie die de basis vormt voor schimmelvorming. Op deze manier verspreid de bladluis ook plantenziektes.

In de kas zijn lieveheersbeestjes een beproefde bestrijder van de bladluis. De larven van het lieveheersbeestje moet namelijk nog flink groeien om een volwassen roofkever te worden. Een enkele larve kan gedurende 2 weken wel 800 bladluizen opeten. Zijn de bladluizen verspreid over een groter oppervlak? Dan kan je beter gaasvliegen inzetten. De gaasvlieg verspreid zich snel over de kas en de larven eten grote hoeveelheden bladluis op. Gaasvliegen zijn vanaf 15 °C actief en werken het beste tussen 20 en 26 °C bij een hoge luchtvochtigheid tussen de 50 en 70%. Een ideale bestrijder in de kas dus.

Trips bestrijden in de kas

Trips (Thysanopera) zijn kleine gevleugelde insecten met een slank lichaam en rafelige franje aan hun vleugen. Met het blote oog zijn de plaaginsecten bijna niet te zien. Een volwassen trips is namelijk niet groter dan 1 of 2 millimeter. Een enkele trips kan wel 70 tot 100 eitjes leggen. De trips voedt zich met plantenweefsel en houdt het meeste van een warme schaduwrijke omgeving. Trips prikt gaatje in de plant en voedt zich met het plantensap. Als gevolg kan je schade herkennen aan verkleurde geelbruine plekken, misvormde bladeren en een vertraagde groei. Over het algemeen duurt de levenscyclus van de trips 20-25 dagen. Bij een hoge temperatuur van 30º C is dit proces ruim gehalveerd tot 10 dagen. Daarom ontstaan vooral in de kas trips plagen.

De meest doeltreffende bestrijding van de trip is de Orius laevigatus roofwants. Deze insecten zijn volmaakte trips-jagers en pakken trips in alle ontwikkelingsstadia aan. Zodra de prooi is gevonden, houden ze deze vast met hun voorpoten en zuigen ze met hun steeksnavel de prooi leeg. Een jonge roofwants kan met gemak 50 trips-larven verorberen. De roofwants werkt het beste bij een temperatuur van 26 ºC en een hoge luchtvochtigheid boven de 60-70%. Ideaal voor een bestrijding in de kas dus. Een preventieve aanpak van trips is ook cruciaal. Door het vroegtijdig inzetten van de Hypoaspis roofmijt worden de larven van de trips aangepakt en wordt voorkomen dat een plaag zich vormt.

Witte vlieg bestrijden in de kas

De witte vlieg (Aleyrodidae) bevindt zich onderaan de planten en voedt zich daar met plantensappen. Bij voorkeur nuttigt de witte vlieg jonge bladeren bovenin de plant. Hoe herken je plaag? De witte vlieg is slechts 1 tot 3mm groot, enigszins driehoekig en komt in groepjes voor. De witte vlieg is een naaste verwant van de bladluis en laat, net als deze, een plakkerige stof achter die honingdauw wordt genoemd. Honingdauw vormt de basis voor de roetdauwschimmel. Naast schade door de schimmel, droogt de plant uit en kan de witte vlieg plantenziektes verspreiden.

De Macrolophus pygmaeus roofwants is een belangrijke bestrijder van de witte vlieg. De roofwants richt zich op alle stadia van de witte vlieg met een voorkeur voor de eieren en larven. Zodra de Macrolophus zijn prooi heeft gevonden, prikt hij deze aan en zuigt deze leeg. Een enkele roofwants neemt 30-40 witte vlieg larven voor zijn rekening en werkt het beste bij een hoge luchtvochtigheid en een temperatuur tussen de 20 en 30 ºC. De Encarsia formosa sluipwesp is een doelgerichte natuurlijke vijand en parasiteert exclusief de witte vlieg. Een enkele sluipwesp dood met gemak 300 witte vlieg larven. Zet je de roofwants en sluipwesp zij aan zij in, dan wordt de plaag van alle kanten aangepakt.

witte vlieg in kas

Plagen in de kas bestrijden

De kas is de plek om planten tegen extreme natuurlijke omstandigheden te beschermen. Jammer genoeg betekent dit kwaadwillende plaaginsecten. Gelukkig profiteren biologische bestrijders van de warme temperatuur en hoge luchtvochtigheid in de kas. Daarom is dit de ideale plek om plaaginsecten op een natuurlijkvriendelijke wijze te lijf te gaan.

Onderzoek dat dit artikel ondersteunt

  • Lenteren, J.C. van, Alomar, O., Ravensberg, W.J. & Urbaneja, A. (2022). Biological Control Agents for Control of Pests in Greenhouses. In Gullino, M.L., ALbajes, R. & Nicot, P.C. (eds.) Integrated Pest and Disease Management in Greenhouse Crops, 2nd ed., Cham: Springer, 409-440
  • Rich, J.R., Webb, S.E., Paret, M.L. & Momol, M.T. (2013). Considerations for Managing Greenhouse Pests. In Hochmuth, G. (ed.) The Florida Greenhouse Vegetable Production, vol. 31, Gainesville: University of Florida
  • University of Kentucky (2024). Greenhouse Insect Management. Beschikbaar op: https://entomology.ca.uky.edu/ent60

Dit artikel is voor het eerst gepubliceerd op 18 april 2018 en herzien en opnieuw gepubliceerd op 5 juni 2025.

 

Winkelwagen0
De winkelwagen is leeg
Verder winkelen
0