Wageningen Universiteit heeft een bedrijfsplan opgesteld voor de aanpak van vogelmijt (bloedluis) bij leghennen. In dit uitvoerige maar duidelijke bedrijfsplan staan maatregelen, methoden en middelen die toegepast kunnen worden in de strijd tegen vogelmijt. Er is onderscheid tussen de periode bij aankoop van de opfokhennen, tussen de legronden en tijdens de legronde. Binnen de legronde is er een onderscheid tussen de vogelmijtsituaties: geen vogelmijten, lage aantallen, matige aantallen en hoge aantallen. Voor iedere situatie is er weergegeven wat preventieve, onderdrukkende en bestrijdende maatregelen en methoden tegen vogelmijt zijn.
Dat de vogelmijt (of in de volksmond bloedluis) een hardnekkig plaagdier is mag duidelijk zijn. Doordat er weinig beschikbare middelen zijn om de vogelmijt aan te pakken was er genoeg aanleiding om de beheersing van de vogelmijt hoog op de onderzoeksagenda te plaatsen. Vanuit de WUR is er een onderzoeksproject opgestart ‘aanpak van vogelmijt’ wat veel bruikbare informatie heeft opgeleverd voor een duurzame aanpak.
Bij beheersen en bestrijden van de vogelmijt komen de laatste inzichten vanuit zowel onderzoek als de praktijk samen. Rode draad is een geïntegreerde aanpak, uitgewerkt in acht stappen van IPM (integrated pest management), ofwel geïntegreerde plaagdierbeheersing. Bestrijding met chemische middelen is daarbij slechts één van de acht stappen en wordt pas geadviseerd als al het andere niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. De nadruk ligt echter op preventie en het monitoren van de vogelmijtpopulatie.
In het bedrijfsplan staan vele preventieve maatregelen die kunnen helpen bij het voorkomen van een bloedluisinfectie. Centraal bij een preventieve bestrijding staat de hygiëne maar ook de inzet van natuurlijke vijanden zoals de Hypoaspis miles (Stratiolaelaps scimitus) roofmijt die wij in grote aantallen produceren. Het is belangrijk om natuurlijke vijanden zoals roofmijten te koesteren en preventief en correctief in te zetten. De inzet van roofmijten is vooral belangrijk als preventief middel en bij een lage infectie van vogelmijten. Wil je roofmijten inzetten als pluimveehouder? Neem dan contact met ons op voor een offerte aangezien wij voor zakelijke klanten speciale prijzen hanteren.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de vogelmijtpopulatie te monitoren in de sta. Het is belangrijk om regelmatig te monitoren zodat je op basis daarvan kan bepalen hoe groot de aantallen vogelmijt zijn en daarop de maatregelen kan afstemmen. Voorbeelden van monitoring zijn:
- Automatische monitoring met behulp van de Hotraco mite alert
- Kwantitatieve monitoring met vogelmijtvallen die bestaan uit een PVC buisje met daarin een opgerold stukje karton. Op basis van het gewicht kan de mate van infectie bepaald worden
- Vogelmijtval (Rickstick) die bestaat uit een PVC buis met daarin een houtje. De infectie kan vervolgens visueel worden afgelezen.
- Vogelmijtval (SPT-val) bestaande uit een schilderstape die wordt bevestigd aan de kooi. De infectie kan vervolgens visueel worden afgelezen.
- Vogelmijtval (Biobestrijding) die bestaat uit een stukje karton die voorzien is van feromoon (lokstof) waarop de vogelmijten afkomen. De val kan vervolgens ingevroren worden waarna de vangst uit de val getikt kan worden zodat je kan zien wat de mate van besmetting is.
- Visuele monitoring (MMS-methode) waarbij de omvang van de populatie volgens een 5-puntsschaal wordt bekeken.
Via deze link kan je het volledige bedrijfsplan dat de WUR heeft opgesteld. Vragen over de inzet van roofmijten of de bloedluisval? Neem dan gerust contact met ons op!