Vogelnestkastjes
Vogels kunnen steeds lastiger natuurlijke schuilplaatsen vinden. In onze tuinen zijn minder boomholten en ook de nestplaatsen in en rond huizen worden minder doordat we steeds beter isoleren. Door het plaatsen van een nestkastje geef je vogels een plek waar ze veilig kunnen broeden, maar tevens zal het nestkastje gebruikt worden als schuilplaats tijdens de gure herfst en wintermaanden. Help daarom de natuur een handje mee met het plaatsen van vogelnestkastjes!
Welke nestkast is geschikt voor welke vogel?
In principe heeft elke vogel voorkeur voor een bepaald nestkastje. Zo zal je een zwaluw niet tegenkomen in een nestkastje voor een koolmees. De invliegopening en de grootte van het kastje zijn hierbij bepalend. Mezen houden bijvoorbeeld van een kleine opening terwijl roodborstjes een kastje nodig hebben met een brede invliegopening. Hieronder een globaal overzicht van welke invliegopening geschikt is voor welke vogel:
- 25 – 28 mm: kleine mezen zoals de pimpelmees en zwarte mees
- 30 – 32 mm: kuifmees
- 32 mm – 35 mm: koolmees, huismus, boomklever en bonte vliegenvanger
- 40 mm: ringmus
- 45 mm: spreeuw
- 50 mm: grote bonte specht
- Halfholen/halfopen nestkast: roodborstje, grauwe vliegenvanger, winterkoning, witte kwikstaart, merel, gekraagde roodstaart en zwarte roodstaart
Voordat je een vogelnestkast aanschaft, is het goed om eerst te bepalen welke vogels in je tuin en omgeving voorkomen. Aan de hand daarvan kan je het juiste kastje kiezen voor bij jou in de tuin.
Wanneer hang ik het nestkastje op?
Als je nog geen nestkastjes hebt hangen maar hier wel mee wil beginnen, dan kan je dit het beste doen in het najaar. De vogels zijn in het najaar al druk bezig met plannen maken voor het voorjaar. Ze kunnen dan al jouw nestkastje ontdekken als geschikte plek om te gaan broeden. Naast nestelen biedt een nestkastje namelijk ook beschutting. Als de koude en natte maanden beginnen, zullen vogels nestkastjes gebruiken om te schuilen tegen de regen en kou. Voor de vogels is dit gelijk een test om te bepalen of ze er in het voorjaar willen broeden.
Hoe hang ik een nestkastje op?
Het ophangen van een kastje vergt ook aandacht, vogels zijn kieskeurig en zullen niet alle huisjes en plekken graag bezoeken. Wil je de kans vergroten dat het nestkastje in jouw tuin bezoekers krijgt? Hou dan rekening met de volgende tips:
- Hang het nestkastje op een rustige plek zodat de vogels zich veilig voelen. Vogels willen niet te veel activiteit rondom hun nest. In de buurt van een druk terras of voetpad is dus geen goed idee.
- Hang het kastje niet in de volle zon, maar zoek een meer beschut plekje op. De opening kan je beter liever niet op het zuiden richten, maar op het noorden, noordoosten of oosten.
- Zorg ervoor dat de opening van het kastje niet vol in de wind hangt. Hierdoor kan het teveel tochten en waait regen makkelijk naar binnen. In Nederland komt de wind vaak uit het zuidwesten, advies is daarom om de invliegopening richting het noordoosten te laten wijzen.
- Vogels moeten vrij het kastje in en uit kunnen vliegen. Zorg dat er geen obstakels voor het kastje hangen of staan. Een waslijn of takken kunnen bijvoorbeeld de aanvliegroute blokkeren. Het is wel handig om enige beplanting in de buurt te hebben. Jonge vogeltjes gebruiken dit als ondersteuning en beschutting tijdens hun eerste vlucht.
- Plaats het kastje uit de buurt van roofdieren zoals de plaatselijke buurtkat. Plaats eventueel gaas om de boom zodat katten niet bij het kastje kunnen komen.
- Wil je meerdere kastjes ophangen? Hou er dan rekening mee dat er voldoende afstand zit tussen de kastjes. Over het algemeen kan je het volgende aanhouden: 10 meter afstand indien de nestkastjes gericht zijn op dezelfde soort vogels. 3 meter afstand indien je verschillende kastjes voor verschillende soorten vogels ophangt. Reden hiervoor is dat veel vogels tijdens de broedtijd hun territorium willen beschermen en dus niet te dicht in de buurt van andere vogels willen zitten. Uitzondering op de regel zijn huismussen en zwaluwen. Dit zijn namelijk koloniebroeders die het liefst wel bij elkaar in de buurt broeden.
- Denk erom dat je het kastje stevig bevestigt zodat het kastje bij een flinke windvlaag niet gaat schommelen of zelfs vallen. Bevestig het kastje bijvoorbeeld met schroeven aan de boom of schutting.
- Blijft het nestkastje twee broedseizoenen achter elkaar leeg? Ga dan na of je wel het juiste kastje hebt en hang ‘m mogelijk ergens anders op.
Hoe hoog moet het kastje hangen?
De hoogte van het kastje hangt af van welke vogels je wilt aantrekken. Over het algemeen is 2-3 meter een goede hoogte. Tip: bekijk op dit overzicht van de Vogelbescherming per nestkastje wat de meest geschikte hoogte is.
Schoonmaken van nestkastjes
Het is belangrijk om nestkastjes regelmatig schoon te maken. Het meest ideaal is om het kastje te verschonen direct nadat de jongen zijn uitgevlogen. Het kastje kan dan weer gebruikt worden voor een tweede leg. Als het direct na uitvliegen niet is gelukt, maak dan schoon in het najaar. Na een vorstperiode is perfect, achtergebleven ongedierte is dan namelijk niet meer actief.
Schoonmaken doe je eenvoudig met heet water en een harde borstel. In een achtergebleven nest zitten parasieten, dus doe het buiten en draag handschoenen.
Nestkasten voor andere dieren
Niet alleen vogels hebben baat bij een nestkast, ook andere dieren kunnen een schuil-en broedplaats in de tuin goed gebruiken. Denk aan egels, eekhoorns of vleermuiskasten voor vleermuizen.