Je plant zit niet lekker in z’n vel: je ziet stipjes op het blad, vergeelde plekken en soms ook héél kleine beestjes. Grote kans dat je last hebt van óf spint, óf trips. Op het eerste gezicht lijken deze plagen sterk op elkaar, maar ze vragen toch echt om een andere aanpak. Leer de verschillen en ontdek hoe je er weer vanaf komt!
De eerste symptomen van spint of trips
Zowel spintmijten als tripsen prikken kleine gaatjes in het blad van de plant en zuigen plantensappen uit de cellen. Het eerste waar je een spint- of tripsplaag aan herkent zijn heel kleine puntjes op het blad. Er zijn subtiele verschillen tussen de eerste schade van spint en die van trips. Hier moet je op letten:
- Trips zijn met het blote oog nog net wel waar te nemen. Het zijn beweeglijke beestjes. Zit je aan de plant, dan zal je ze zien wegschieten.
- Spintmijten zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kan zien. Vaak zitten ze in het begin aan de onderkant van het blad, dit kan je alleen controleren met een vergrootglas.
- Trips laten uitwerpselen achter op het blad. Dit zijn kleine, zwarte puntjes.
- Spintmijten onderscheiden zich door héél fijne webben te spinnen. Vaak is dit in een later stadium, maar soms zie je al vroeg webjes bij de nerven en oksels van het blad.

Links zie je schade van trips, donkere uitwerpselen en kleine tripslarven. Rechts zie je fijne webben en spintmijten onder het blad, die zijn eigenlijk alleen met een vergrootglas te zien.
Wat is spint precies?
Spint, eigenlijk spintmijten, zijn geen insecten maar spinachtigen. Ze hebben 8 pootjes, een ovaal lijfje en zijn niet groter dan een halve millimeter. Spintmijten spannen fijne webben om zich te beschermen. Bij een grote uitbraak kan je plant helemaal bedekt zijn met web. Ze houden van warmte en droge lucht en planten zich razendsnel voort.
Spint bestrijden
Spint bestrijden doe je met roofmijten. Het meest voor de hand liggend zijn de Phytoseiulus persimilis of Amblyseius californicus roofmijt of een mix van beide roofmijten. Huismiddeltjes hebben over het algemeen nauwelijks effect op spintmijten. Wel kan het afspoelen van de plant tijdelijk helpen, omdat je zo van de fijne webben af komt. Meer lezen? Bekijk onze uitgebreide informatiepagina over de biologische bestrijding van spint.
En wat zijn trips?
Trips, of tripsen, zijn kleine, gevleugelde insecten van zo’n 1-2 millimeter. Er bestaan veel verschillende soorten trips, je kan ze op je planten tegenkomen in bijvoorbeeld zwart, beige of bruin. Hoewel ze vleugels hebben, vliegen ze nauwelijks. Wel kunnen ze snel bewegen op de plant en laten ze zich makkelijk meevoeren door de wind. Ook trips houden van warme, droge omstandigheden en hebben een snelle voortplanting.
Trips bestrijden
Voor de bestrijding van trips heb je meerdere opties. Je kan kiezen voor roofwantsen, roofmijten en eventueel zelfs aaltjes. Roofwantsen worden vooral gebruikt bij een grote plaag, dit is namelijk de enige natuurlijke vijand die ook volwassen trips consumeert. Preventief zijn roofmijten, aaltjes of een combinatie van beide een goede optie. Huismiddeltjes zullen op lange termijn niet effectief zijn, maar bij een beginnende plaag kan handmatig verwijderen of een zeep-spiritusmengsel enig effect hebben. Meer weten? Ontdek het op onze pagina over trips bestrijden.
Spint én trips bestrijden? Kies voor de Amblyseius cucumeris roofmijt!
Spint of trips? Doe een snelle check
- Twijfel je over wat er in je plant zit? Zo kan je het snel controleren:
- Houd een wit papier onder een blad van de aangetaste plant.
- Tik tegen het blad en probeer wat uit de plant valt op te vangen op het witte papier.
- Kijk met een vergrootglas of met je blote oog:
– Zie je hele kleine rode of beige puntjes die traag bewegen → spint.
– Zie je langwerpige, donkere insectjes die snel weglopen → trips.
Bekijk ook dit schema om snel te ontdekken of je last hebt van spint of trips.

Hoewel ze door vergelijkbare schade in eerste instantie sterk op elkaar lijken, is er wel degelijk een verschil tussen een spintplaag en een tripsplaag te herkennen. Wees, vooral in de wintermaanden, waakzaam op beide plagen. Door droge verwarmingslucht kunnen je planten een perfecte habitat voor spint en trips vormen. Een spint- of tripsplaag kan dan exponentieel toenemen. Controleer je planten regelmatig, want hoe eerder je erbij bent, hoe beter!

